Op een najaarsavond, eind 1994, besloot ik mijn dienstwapen mee naar huis te nemen. Thuis liep ik direct naar mijn slaapkamer op zolder. Ik gooide mijn tas, waar mijn dienstpistool in zat, naast het bed en plofte als een zak aardappelen op het waterbed. Het waterbed waar zij ooit naast mij had gelegen en nooit meer zou liggen. Ze lag nu naast een ander. Wezenloos staarde ik naar de zalmroze muren. De kleur was een idee van Ghislaine. Hoewel ik de kleur verschrikkelijk vond had ik er toch mee ingestemd.
Voorovergebogen staarde ik een paar minuten naar de tas. Ik pakte mijn koppel uit mijn tas en haalde de ongeladen Glock uit het holster. Een prachtig wapen. Weinig onderhoud nodig, dat was prettig. Ik staarde naar het wapen en dacht aan de zware tijd in mijn opleiding. De onrechtvaardigheid. De luitenant ‘Alfa Lima’ met zijn arrogante hoofd en de rode vlekken in zijn nek. En natuurlijk aan de ‘veroorzaker’ van mijn miserabele gevoel, Ghislaine. Ik had niet beseft wat ze voor mij betekende. Mijn Ghislaine!
Godverdomme waarom, Ghislaine!?
Radeloos en machteloos zat ik mijn verdriet weg te slikken. In mijn rechterhand had ik mijn dienstwapen. Mocht ik mijn ouders en broertje dit verdriet aandoen?
Ik trok de slede van het pistool naar achteren en deed een 9-millimeter volmantelpatroon in de kamer. Een volmantelpatroon, ook wel oorlogsmunitie genoemd, heeft een loden kogelpunt. Als je die afvuurt op het menselijk lichaam veroorzaakt dit zogenaamde inschot een klein gaatje in het lichaam. Dit is afhankelijk van wat het raakt op zijn vernietigende pad in het lijf. De loden punt deformeert als het een bot raakt. Een ricochet kan het gevolg zijn, waardoor de baan en ook de vorm van de kogel veranderen. Het uitschot, dus waar de kogel het lichaam verlaat, kan hierdoor veel bot- en weefselschade veroorzaken.
Ik had een lege patroonhouder in de Glock geplaatst om te voorkomen dat de patroon uit het wapen kon vallen. Ik liet de slede los. De slede begeleidde de patroon in de kamer aan de achterzijde van de loop. Het pistool was nu geladen en klaar om één schot af te geven. Russische roulette, maar met een gegarandeerd schot als ik de trekker zou overhalen. Eindelijk verlossing? Het enige wat ik nu hoefde te doen was de trekker overhalen.
Ik zette de loop van het pistool tegen de zijkant van mijn hoofd en drukte het krachtig tegen mijn rechterslaap. Mijn handen waren nat van het zweet.
Ik stond voor een hels dilemma. Ik was klaar met mijzelf en voelde mij niet meer dan een stuk stront. De geestelijke pijn, niemand die mij begreep. Sommigen vonden mij een aansteller. Als ik het niet zou doen zou de psychische pijn voortduren. Mijn rechterwijsvinger trok de trekker voorzichtig millimeter voor millimeter naar achteren. De trekker stond op spanning en speling was er niet meer. Nog een enkele millimeter en het was gebeurd.
‘Iets’ in mij zei dat ik hier doorheen moest en dat ik niet klaar was in dit leven. Nog even hield ik de trekker op spanning. Met een intens gevoel van machteloosheid, de tranen rollend over mijn wangen, ontspande ik mijn vinger aan de trekker en haalde het wapen van mijn slaap. Met tegenzin ontlaadde ik het.
Ik walgde van mijzelf.